KISS MY JAZZ

january 27th 2000
a.b. club
brussel (b)

groep jezus
kiss my jazz

a remarkable confession
a truckdriving song
until the ufo is out of sight
elton is a truck
this machine
silly disco song
in ruins
improvisation
finger on your trigger
one of these blackouts
mona lisa overdrive
wild at heart
small town lovers stroll
stained glass
a greater loss than pain
improvisation
walk like a truck
warp 7
burn in hell
easy money
improvisation
lovers & place
penetrator
bobby soxers
the stud vs drunk kid
-
crazy little baby
bite
dead beat town
goodnight Irene
c'mon feel the noise
-
still losers
pagan motherfuckers
credit cards
tropic of cancer
mute fish

De Luis in de pels van de Belgische Rock
Kiss my Jazz geeft indringend concert in A.B.

Uit De Morgen, january 30th 2000
Door Christophe Verbiest

Doen ze het of doen ze het niet? De vraag of Kiss my Jazz nu daadwerkelijk stopt, houdt muziekliefhebbers al een tijdje in de ban. De tournee van deze maand was eerst aangekondigd als de allerlaatste, die uitspraak werd achteraf gerelativeerd en daarna viel weer te horen dat de groep toch zou stoppen; Feit is dat Rudy Trouvé, de motor van Kiss My Jazz, zich dit jaar met enkele van zijn andere bands zal bezighouden, onder meer Dead Man Ray. Ook andere leden (drummer Aarich Jespers bij Zita Swoon, gitarist Elko ‘Blondie’ Blijweert, bij Dead Man Ray, gitarist Mauro Pawlowski bij zichzelf) hebben in 2000 zo hun bezigheden. De spraakverwarring heerst en zelfs het feit dat de tournee zou eindigen in de AB club is ondertussen achterhaald. Want door de ziekte van een groepslid is een eerder Nederlands concert verplaatst en er is nog een optreden bijgekomen, vanavond in Herentals.
In Brussel vulde Kiss My Jazz drie opeenvolgende avonden de club-zaal, geen geringe prestatie voor een groep die bedroevend weinig op de radio te horen is én al een reeks optredens in Vlaanderen achter de rug heeft. Wellicht hadden vele mensen een ticket gekocht met het idee “stel dat het echt de laatste keer is…”
Donderdag kregen de aanwezigen waar voor hun geld. De twaalf man sterke bende gaf bijna twee uur het beste van zichzelf. De klemtoon lag, zeker in het begin, op de jongste cd, In a service station. Dat is een verzameling ‘truck driving songs’, dus reden er nogal wat vrachtwagens af en aan. De plaat is country-getint, wat ook in het optreden doorwerkte.
Maar Kiss My Jazz liet zich niet vastpinnen en dus viel er ook te genieten van psychotische garagerock (‘This machine’), laatavond-jazz (‘Small town lovers stroll’), hoekige funk (‘Credit cards’), een ballad met weerhaken (‘A greater loss than pain’), spetterende rythmn & blues (‘Walk like a truck’), meefluitbare pop (‘Until the UFO is out of sight’), ‘no wave’ (een improvistatie met als opdracht van Trouvé “samen beginnen, funky en hard”), een verrassende cover (‘Cum on feel the noize’ van Slade) en een brok muziek die zo uit de Muppet Show leek geplukt (‘Penetrator’). Of een symbiose van verschillende stijlen, wat leidde tot schitterende midtemposongs als ‘Stained Glass’ en ‘One of these Blackouts’)
Misschien was het opvallendste wel de hechtheid waarmee het twaalftal musiceerde; het is ooit wel anders geweest. Trouvé zong zoals steeds lichtjes laconiek en bij voorkeur met een sigaret in de hand, waaruit hij tussen strofe en refrein lustig de nicotine opzoog. De hyperkinetische Viking Dave Robertson, met zijn treurende, wat krakende stem à la Calvin Russel, gold als een aanwinst, maar het fijnste feit van de avond was de aanwezigheid van de fantastische Mark Meyers. Hij klinkt minder dan vroeger als een getormenteerde bluesman, maar zijn vocale capriolen à la Captain Beefheart fascineerden nog steeds en zelfs als hij maar wat geluidjes uitstootte (als een verkouden kater, een gevangene die een lijfstraf krijgt of een boreling) bleef hij boeien.
Het optreden eindigde met ‘Mute Fish’, een nummer waarin Trouvés minimalistische gitaarspel verwees naar ‘Hotellounge’ van een van zijn vroegere bands (dEUS). Het was een bijwijlen wild orgelpunt van veruit het beste (én langste, 31 songs) concert dat ik ooit van Kiss my Jazz ooit zag. De oude adjectieven (gezellig, leuk, recalcitrant) bleven onverminderd van toepassing, maar moesten donderdag enkele collega’s (beklijvend, indringend, pakkend) naast zich dulden. Een afscheid in schoonheid dus. Maar aangezien deze groep – de luis in de pels van de Belgische rock – te goed is om er het bijltje bij neer te leggen, valt te hopen dat dit geen afscheid in schoonheid was.

home